NBG-vertaling 1951

Numeri 3:12-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. Zie, Ik zelf neem uit de Israëlieten de Levieten in plaats van alle eerstgeborenen der Israëlieten, die het eerst uit de moederschoot voortkomen, opdat de Levieten mijn eigendom zijn,

13. want alle eerstgeborenen zijn mijn eigendom. Ten dage, dat Ik alle eerstgeborenen in het land Egypte sloeg, heiligde Ik Mij alle eerstgeborenen in Israël, zowel van mens als van dier; zij zijn mijn eigendom; Ik ben de Here.

14. En de Here sprak tot Mozes in de woestijn Sinai:

15. Tel de Levieten naar hun families en geslachten; allen die van het mannelijk geslacht zijn, van één maand oud en daarboven, die zult gij tellen.

16. Toen telde Mozes hen naar het bevel des Heren, zoals geboden was.

17. Dit nu waren de namen der zonen van Levi: Gerson, Kehat en Merari.

18. Dit waren de namen der zonen van Gerson naar hun geslachten: Libni en Simi.

19. De zonen van Kehat naar hun geslachten waren Amram, Jishar, Chebron en Uzziël.

20. En de zonen van Merari naar hun geslachten waren Machli en Musi. Dit zijn de geslachten der Levieten naar hun families.

21. Tot Gerson behoorde het geslacht der Libnieten en dat der Simieten; dit waren de geslachten der Gersonieten.

22. Hun getelden, overeenkomstig het aantal van allen die van het mannelijk geslacht waren, van één maand oud en daarboven, waren zevenduizend vijfhonderd.

23. De geslachten der Gersonieten legerden zich achter de tabernakel aan de westzijde.

24. En het familiehoofd der Gersonieten was Eljasaf, de zoon van Laël.

25. De Gersonieten nu hadden bij de tent der samenkomst, zowel tabernakel als tent, de zorg voor de dakbedekking, het voorhangsel voor de ingang van de tent der samenkomst,