NBG-vertaling 1951

Numeri 27:14-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. omdat gij in de woestijn Sin, toen de vergadering opstandig was, mijn bevel om Mij voor hun ogen bij het water te heiligen, weerstreefd hebt. Dat is het water van Meribat-Kades in de woestijn Sin.

15. Toen sprak Mozes tot de Here:

16. De Here, de God der geesten van alle levende schepselen, stelle over de vergadering een man,

17. die voor hun aangezicht uitgaat en die voor hun aangezicht ingaat, en die hen doet uittrekken en hen weer terugbrengt, opdat de vergadering des Heren niet zij als schapen die geen herder hebben.

18. Toen zeide de Here tot Mozes: Neem u Jozua, de zoon van Nun, een man, van geest vervuld, en leg hem uw hand op,

19. en stel hem voor de priester Eleazar en voor de gehele vergadering, en geef hem in hun tegenwoordigheid uw bevelen

20. en leg op hem van uw heerlijkheid, opdat de gehele vergadering der Israëlieten het hore.