1. En de dochters van Selofchad, de zoon van Chefer, de zoon van Gilead, de zoon van Makir, de zoon van Manasse, van de geslachten van Manasse, de zoon van Jozef – en dit zijn de namen van zijn dochters: Machla, Noa, Chogla, Milka en Tirsa – naderden
2. en stelden zich vóór Mozes en de priester Eleazar en de vorsten en de gehele vergadering aan de ingang van de tent der samenkomst en zeiden: