NBG-vertaling 1951

Numeri 26:42-57 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

42. Dit waren de zonen van Dan, naar hun geslachten: van Sucham het geslacht der Suchamieten. Dit waren de geslachten van Dan naar hun geslachten.

43. Al de geslachten der Suchamieten, naar hun getelden, waren vierenzestigduizend vierhonderd.

44. De zonen van Aser, naar hun geslachten, waren: van Jimna het geslacht Jimna; van Jiswi het geslacht der Jiswieten en van Beria het geslacht der Beriïeten.

45. Aangaande de zonen van Beria: van Cheber het geslacht der Cheberieten en van Malkiël het geslacht der Malkiëlieten.

46. En de naam der dochter van Aser was Serach.

47. Dit waren de geslachten der zonen van Aser, naar hun getelden, drieënvijftigduizend vierhonderd.

48. De zonen van Naftali, naar hun geslachten, waren: van Jachseël het geslacht der Jachseëlieten; van Guni het geslacht der Gunieten;

49. van Jeser het geslacht der Jisrieten en van Sillem het geslacht der Sillemieten.

50. Dit waren de geslachten van Naftali, naar hun geslachten, en hun getelden waren vijfenveertigduizend vierhonderd.

51. Dit waren de getelden der Israëlieten: zeshonderdéénduizend zevenhonderd dertig.

52. En de Here sprak tot Mozes:

53. Onder dezen zal het land ten erfdeel worden verdeeld naar het aantal namen;

54. is dit groot, dan zult gij het erfdeel groot maken, en is dit klein, dan zult gij het erfdeel klein maken; overeenkomstig de getelden zal aan ieder zijn erfdeel gegeven worden.

55. Evenwel zal het land door het lot verdeeld worden; naar de namen van de stammen hunner vaderen zullen zij het erven;

56. naar het lot zal ieders erfdeel toegewezen worden, naar gelang van groter of kleiner aantal.

57. En dit waren de getelden der Levieten, naar hun geslachten: van Gerson het geslacht der Gersonieten; van Kehat het geslacht der Kehatieten en van Merari het geslacht der Merarieten.