NBG-vertaling 1951

Numeri 13:4-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. En dit zijn hun namen: van de stam Ruben Sammua, de zoon van Zakkur;

5. van de stam Simeon Safat, de zoon van Chori;

6. van de stam Juda Kaleb, de zoon van Jefunne;

7. van de stam Issakar Jigal, de zoon van Josef;

8. van de stam Efraïm Hosea, de zoon van Nun;

9. van de stam Benjamin Palti, de zoon van Rafu;

10. van de stam Zebulon Gaddiël, de zoon van Sodi;

11. van de stam Jozef, van de stam Manasse Gaddi, de zoon van Susi;

12. van de stam Dan Ammiël, de zoon van Gemalli;

13. van de stam Aser Setur, de zoon van Michaël;

14. van de stam Naftali Nachbi, de zoon van Wofsi;

15. van de stam Gad Geüel, de zoon van Maki.

16. Dit zijn de namen der mannen, die Mozes uitzond om het land te verspieden; en Mozes noemde Hosea, de zoon van Nun, Jozua.