NBG-vertaling 1951

Nehemia 1:8-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. Doch gedenk aan het woord, dat Gij aan uw knecht Mozes voorgehouden hebt: Pleegt gij trouwbreuk, dan zal Ik u onder de volken verstrooien.

9. Maar, bekeert gij u tot Mij en onderhoudt gij naarstig mijn geboden – al waren uw verdrevenen aan het einde des hemels, Ik zal hen vandaar vergaderen en hen brengen naar de plaats die Ik verkoren heb om daar mijn naam te doen wonen.

10. Zij zijn toch uw knechten en uw volk, dat Gij verlost hebt door uw grote kracht en door uw sterke hand.

11. Ach, Here, laat toch uw oor opmerkzaam zijn op het gebed van uw knecht en op het gebed van uw knechten, die een welgevallen hebben aan de vreze van uw naam, en doe uw knecht heden slagen en laat hem erbarming vinden bij deze man.Ik was namelijk schenker van de koning.