NBG-vertaling 1951

Nehemia 1:5-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

5. en zeide: Ach, Here, God des hemels, grote en geduchte God, die het verbond en de goedertierenheid gestand doet jegens hen die U liefhebben en uw geboden onderhouden,

6. laat toch uw oor opmerkzaam en uw ogen geopend zijn, om te horen naar het gebed van uw knecht, dat ik thans dag en nacht voor de Israëlieten, uw knechten, tot U opzend; en ik doe belijdenis van de zonden der Israëlieten, die wij tegen U bedreven hebben; ook ik en mijn familie, wij hebben gezondigd.

7. Zwaar hebben wij tegen U misdreven; wij hebben niet onderhouden de geboden, inzettingen en verordeningen, die Gij aan uw knecht Mozes geboden hadt.

8. Doch gedenk aan het woord, dat Gij aan uw knecht Mozes voorgehouden hebt: Pleegt gij trouwbreuk, dan zal Ik u onder de volken verstrooien.