7. En het is beslist: zij wordt ontbloot, weggevoerd en haar slavinnen klagen als met duivestem, terwijl zij zich slaan op de borst.
8. En Nineve was als een vijver vol wateren, zolang het bestaat; nu lopen deze weg. Staat, staat! doch niemand keert zich om.
9. Rooft zilver, rooft goud! eindeloos is de voorraad, een overvloed van allerlei kostbaarheden.