NBG-vertaling 1951

Nahum 1:1-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Godsspraak over Nineve. Boek van het gezicht van Nahum, de Elkosiet.

2. Een naijverig God en een wreker is de Here, een wreker is de Here en vol van grimmigheid; een wreker is de Here voor zijn tegenstanders, en toornen blijft Hij tegen zijn vijanden.

3. De Here is lankmoedig, doch groot van kracht, en de Here laat geenszins ongestraft. In wervelwind en storm is zijn weg, wolken zijn het stof zijner voeten.

4. Hij dreigt de zee en doet haar opdrogen, alle rivieren legt Hij droog. Basan en Karmel verkwijnen, het groen van de Libanon verwelkt.

5. De bergen beven voor Hem en de heuvelen versmelten; de aarde rijst voor Hem op, ja, de wereld en al haar bewoners.

6. Wie kan standhouden voor zijn gramschap? wie staande blijven bij zijn brandende toorn? Zijn grimmigheid stort zich uit als vuur en de rotsen springen voor Hem aan stukken.

7. De Here is goed, een sterkte ten dage der benauwdheid; Hij kent hen die bij Hem schuilen.

8. Maar met een overstromende vloed maakt Hij haar plaats geheel teniet, en zijn vijanden vervolgt Hij, de duisternis in.

9. Wat gij ook tegen de Here bedenkt, vernietiging brengt Hij teweeg; geen tweemaal verheft zich de benauwdheid.

10. Want – verward als zij zijn gelijk doornen, en beschonken naar hun dronkemansaard – zij worden als droge stoppelen geheel en al verteerd.

11. Uit u is voortgekomen een die kwaad bedacht tegen de Here, een die snode plannen beraamde.