NBG-vertaling 1951

Matteüs 17:7-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. En Jezus kwam bij hen, raakte hen aan en zeide: Staat op en weest niet bevreesd.

8. Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen.

9. En terwijl zij van de berg afdaalden, gebood Jezus hun, zeggende: Vertelt niemand dit gezicht, voordat de Zoon des mensen uit de doden is opgewekt.

10. En de discipelen vroegen Hem en zeiden: Hoe kunnen dan de schriftgeleerden zeggen, dat Elia eerst moet komen?

11. Hij antwoordde en zeide:

12. Elia zal wel komen en alles herstellen, maar Ik zeg u, dat Elia reeds gekomen is en zij hebben hem niet erkend, maar met hem gedaan al wat zij wilden. Zó zal ook de Zoon des mensen door hen moeten lijden.

13. Toen begrepen de discipelen, dat Hij over Johannes de Doper tot hen gesproken had.

14. En toen zij bij de schare gekomen waren, kwam iemand tot Hem, knielde voor Hem neder, en zeide: