NBG-vertaling 1951

Matteüs 17:17-26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

17. Jezus antwoordde en zeide: O, ongelovig en verkeerd geslacht, hoelang zal Ik nog bij u zijn? Hoelang zal Ik u nog verdragen? Breng hem Mij hier.

18. En Jezus bestrafte hem en de boze geest ging van hem uit, en de knaap was genezen van dat ogenblik af.

19. Toen kwamen de discipelen bij Jezus en zeiden, toen zij met Hem alleen waren: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitdrijven?

20. Hij zeide tot hen: Vanwege uw klein geloof. Want voorwaar, Ik zeg u, indien gij een geloof hebt als een mosterdzaad, zult gij tot deze berg zeggen: Verplaats u vanhier daarheen en hij zal zich verplaatsen en niets zal u onmogelijk zijn.

21. [Maar dit geslacht vaart niet uit dan door bidden en vasten.]

22. Terwijl zij samen in Galilea verkeerden, zeide Jezus tot hen: De Zoon des mensen zal overgeleverd worden in de handen der mensen,

23. en zij zullen Hem ter dood brengen en ten derden dage zal Hij opgewekt worden. En zij werden zeer bedroefd.

24. Toen zij te Kafarnaüm kwamen, traden de ontvangers van het hoofdgeld op Petrus toe en zeiden: Betaalt uw Meester het hoofdgeld niet? Hij zeide: Zeker wel.

25. En toen hij thuiskwam, was Jezus hem vóór met de vraag: Wat dunkt u, Simon? Van wie heffen aardse koningen rechten of belasting? Van hun zonen of van de vreemden?

26. Toen hij zeide: Van de vreemden, sprak Jezus tot hem: Zo zijn dus de zonen vrij.