NBG-vertaling 1951

Matteüs 13:36-39 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

36. Toen liet Hij de scharen gaan en ging naar huis. En zijn discipelen kwamen bij Hem en zeiden: Maak ons de gelijkenis van het onkruid in de akker duidelijk.

37. Hij antwoordde en zeide: Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen;

38. de akker is de wereld; het goede zaad, dat zijn de kinderen van het Koninkrijk;

39. het onkruid zijn de kinderen van de boze; de vijand, die het gezaaid heeft, is de duivel; de oogst is de voleinding der wereld; de maaiers zijn de engelen.