NBG-vertaling 1951

Marcus 8:6-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. En Hij gaf aan de schare bevel op de grond te gaan zitten. En Hij nam de zeven broden, dankte, brak ze en gaf ze aan zijn discipelen om ze hun voor te zetten, en zij zetten ze voor aan de schare.

7. En zij hadden enkele visjes; en nadat Hij daarbij de zegen had uitgesproken, zeide Hij, dat zij ook die moesten voorzetten.

8. En zij aten en werden verzadigd en zij raapten het overschot der brokken op, zeven korven.

9. En het waren er ongeveer vierduizend en Hij zond hen weg.