NBG-vertaling 1951

Marcus 5:36-43 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

36. Doch Jezus luisterde niet naar wat gezegd werd, maar Hij zeide tot de overste der synagoge: Wees niet bevreesd, geloof alleen.

37. En Hij stond niemand toe met Hem mede te gaan, behalve Petrus en Jakobus en Johannes, de broeder van Jakobus.

38. En zij kwamen in het huis van de overste der synagoge en Hij zag het misbaar en mensen, die luid weenden en weeklaagden.

39. En binnengekomen, zeide Hij tot hen: Waarom maakt gij misbaar en weent gij? Het kind is niet gestorven, maar het slaapt.

40. En zij lachten Hem uit. Doch Hij dreef hen allen het huis uit en nam de vader van het kind en de moeder en die bij Hem waren mede en Hij ging het vertrek binnen, waar het kind lag.

41. En Hij vatte de hand van het kind en zeide tot haar: Talita koem, hetgeen betekent: Meisje, ik zeg u, sta op!

42. En het meisje stond onmiddellijk op en het kon lopen; want het was twaalf jaar. En zij ontzetten zich terstond bovenmate.

43. En Hij gebood hun nadrukkelijk, dat niemand dit te weten zou komen en zeide, dat men haar te eten zou geven.