NBG-vertaling 1951

Marcus 5:13-29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. En Hij stond het hun toe. En de onreine geesten gingen uit en voeren in de zwijnen; en de kudde, ongeveer tweeduizend, stormde langs de helling de zee in en zij verdronken in de zee.

14. En die ze hoedden, namen de vlucht en berichtten het in de stad en op het land. En de mensen gingen zien, wat er gebeurd was.

15. En zij kwamen bij Jezus en zagen de bezetene zitten, gekleed en goed bij zijn verstand, hem, die het legioen gehad had; en zij werden bevreesd.

16. En die het hadden gezien, verhaalden hun, hoe het met de bezetene gegaan was en ook van de zwijnen.

17. En zij begonnen er bij Hem op aan te dringen, dat Hij uit hun gebied weg zou gaan.

18. En toen Hij in het schip ging, smeekte de bezetene Hem, dat hij bij Hem mocht blijven.

19. Doch Hij stond het hem niet toe, maar Hij zeide tot hem: Ga naar uw huis tot de uwen en bericht hun al wat de Here in zijn ontferming u gedaan heeft.

20. En hij ging weg en begon in de Dekapolis te verkondigen al wat Jezus hem gedaan had, en allen verwonderden zich.

21. En toen Jezus met het schip weder overgestoken was naar de overkant, verzamelde zich een grote schare bij Hem; en Hij was bij de zee.

22. En er kwam een van de oversten der synagoge, genaamd Jaïrus, en toen deze Hem zag, wierp hij zich neder aan zijn voeten,

23. en hij smeekte Hem dringend, zeggende: Mijn dochtertje ligt op haar uiterste; kom toch en leg haar de handen op, dan zal zij behouden worden en in leven blijven.

24. En Hij ging met hem mede en een grote schare volgde Hem en zij drongen tegen Hem op.

25. En een vrouw, die twaalf jaar aan bloedvloeiingen geleden had,

26. en veel doorstaan had van vele dokters en al het hare daaraan ten koste had gelegd en geen baat had gevonden, maar veeleer achteruit was gegaan,

27. had gehoord, wat er van Jezus verteld werd, en zij kwam tussen de schare en raakte van achter zijn kleed aan.

28. Want zij zeide: Indien ik slechts zijn klederen kan aanraken, zal ik behouden zijn.

29. En terstond droogde de bron van haar bloed op en zij bemerkte aan haar lichaam, dat zij van haar kwaal genezen was.