NBG-vertaling 1951

Marcus 4:1-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. En wederom begon Hij te leren bij de zee. En een zeer grote schare verzamelde zich bij Hem, zodat Hij in een schip ging en daarin nederzat op de zee, en de gehele schare was bij de zee op het land.

2. En Hij leerde hun vele dingen in gelijkenissen, en Hij zeide tot hen in zijn onderwijs:

3. Hoort. Zie, een zaaier ging uit om te zaaien.

4. En het geschiedde bij het zaaien, dat een deel langs de weg viel, en de vogels kwamen en aten het op.

5. Een ander deel viel op steenachtige bodem, waar het niet veel aarde had, en terstond schoot het op, omdat het geen diepe aarde had.

6. Maar toen de zon opging, verschroeide het, en omdat het geen wortel had, verdorde het.

7. En een ander deel viel in de dorens en de dorens kwamen op en verstikten het en het gaf geen vrucht.

8. En het overige viel in goede aarde en opkomende en uitstoelende gaf het vrucht, en het droeg tot dertig-, zestig- en honderdvoud toe.

9. En Hij zeide: Wie oren heeft om te horen, die hore.

10. En toen Hij (met hen) alleen was, vroegen zij die in zijn omgeving waren met de twaalven, Hem naar de gelijkenissen.

11. En Hij zeide tot hen: U is gegeven het geheimenis van het Koninkrijk Gods, maar tot hen, die buiten staan, komt alles in gelijkenissen,