NBG-vertaling 1951

Marcus 3:20-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

20. En Hij ging in een huis; en er verzamelde zich weder [de] schare, zodat zij zelfs geen brood konden eten.

21. En toen zijn naastbestaanden dit hoorden, gingen zij heen om Hem te halen, want zij zeiden: Hij is niet bij zijn zinnen.

22. En de schriftgeleerden, die van Jeruzalem gekomen waren, zeiden: Hij heeft Beëlzebul, en door de overste der boze geesten drijft Hij de geesten uit.

23. En Hij riep hen tot Zich en sprak tot hen in gelijkenissen: Hoe kan de satan de satan uitdrijven?

24. En indien een koninkrijk tegen zichzelf verdeeld is, kan dat koninkrijk zich niet staande houden.

25. En indien een huis tegen zichzelf verdeeld is, zal dat huis niet kunnen bestaan.