NBG-vertaling 1951

Marcus 11:31-33 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

31. En zij overlegden onder elkander en zeiden: Indien wij zeggen: Uit de hemel, zal Hij zeggen: Waarom hebt gij hem dan niet geloofd?

32. Zeggen wij echter: Uit de mensen . . . Zij waren namelijk bevreesd voor de schare, want allen hielden Johannes inderdaad voor een profeet.

33. En zij antwoordden en zeiden tot Jezus: Wij weten het niet. En Jezus zeide tot hen: Dan zeg Ik u ook niet, krachtens welke bevoegdheid Ik deze dingen doe.