NBG-vertaling 1951

Lucas 20:41-47 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

41. Maar Hij zeide tot hen: Hoe kan men zeggen, dat de Christus een zoon van David is?

42. Want David zelf zegt in het boek der Psalmen:De Here heeft gezegd tot mijn Here: Zet U aan mijn rechterhand,

43. totdat Ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten.

44. David noemt Hem dus Here; hoe kan Hij dan zijn zoon zijn?

45. Terwijl al het volk het hoorde, zeide Hij tot de discipelen:

46. Wacht u voor de schriftgeleerden, die gesteld zijn op het wandelen in lange gewaden en houden van begroetingen op de markten, erezetels in de synagogen en eerste plaatsen bij de maaltijden;

47. die de huizen der weduwen opeten en voor de schijn lange gebeden uitspreken; dezen zullen een zwaarder oordeel ontvangen.