NBG-vertaling 1951

Lucas 20:3-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. Hij antwoordde en zeide tot hen: Ik zal u ook een vraag stellen: Zegt Mij:

4. De doop van Johannes, was die uit de hemel of uit de mensen?

5. Zij overlegden samen en spraken: Indien wij zeggen: Uit de hemel, zal Hij zeggen: waarom hebt gij hem dan niet geloofd?

6. Doch indien wij zeggen: uit de mensen, dan zal het volk als één man ons stenigen, want het is ervan overtuigd, dat Johannes een profeet was.

7. En zij antwoordden, dat zij niet wisten, vanwaar deze was.

8. En Jezus zeide tot hen: Dan zeg Ik u ook niet, krachtens welke bevoegdheid Ik deze dingen doe.

9. Hij begon tot het volk deze gelijkenis te spreken: Iemand plantte een wijngaard en hij verhuurde die aan pachters en ging geruime tijd buitenslands.

10. En toen het de tijd was, zond hij een slaaf tot de pachters, opdat zij hem van de vrucht van de wijngaard zouden geven. Maar de pachters sloegen hem en zonden hem met lege handen weg.

11. Maar hij ging voort en zond een andere slaaf. Zij sloegen ook die, behandelden hem smadelijk en zonden hem met lege handen weg.

12. En hij ging voort en zond een derde. Zij verwondden ook die en wierpen hem buiten de wijngaard.

13. Toen zeide de heer van de wijngaard: Wat moet ik doen? Ik zal mijn geliefde zoon zenden; die zullen zij wel ontzien.