NBG-vertaling 1951

Lucas 19:6-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. En hij kwam vlug naar beneden en ontving Hem met blijdschap.

7. En toen zij het zagen, morden zij allen en zeiden: Hij is bij een zondig man binnengegaan om zijn intrek te nemen.

8. Maar Zacheüs ging staan en zeide tot de Here: Zie, de helft van mijn bezit, Here, geef ik de armen, en indien ik iemand iets heb afgeperst, vergoed ik het viervoudig.

9. En Jezus zeide tot hem: Heden is aan dit huis redding geschonken, omdat ook deze een zoon van Abraham is.

10. Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden.

11. Toen zij daarnaar luisterden, sprak Hij nog een gelijkenis uit, omdat Hij dicht bij Jeruzalem was en zij meenden, dat het Koninkrijk Gods terstond openbaar zou worden.