NBG-vertaling 1951

Lucas 19:33-40 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

33. Toen zij het veulen losmaakten, zeiden de eigenaars tot hen: Waarom maakt gij het veulen los?

34. En zij zeiden: De Here heeft het nodig.

35. En zij brachten het tot Jezus, en wierpen hun klederen over het veulen en hielpen Jezus er op.

36. En terwijl Hij voorttrok, spreidden zij hun klederen op de weg.

37. Toen Hij reeds dichterbij kwam, aan de glooiing van de Olijfberg, begon de gehele menigte der discipelen vol blijdschap God te prijzen, met luider stem, om al de krachten, die zij gezien hadden,

38. en zij zeiden:Gezegend Hij, die komt,de Koning, in de naam des Heren;in de hemel vrede en ere in de hoogste hemelen.

39. En enige der Farizeeën uit de schare zeiden tot Hem: Meester, bestraf uw discipelen.

40. En Hij antwoordde en zeide: Ik zeg u, indien dezen zwegen, zouden de stenen roepen.