NBG-vertaling 1951

Lucas 19:1-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. En Hij kwam Jericho binnen en ging erdoor.

2. En zie, er was een man, Zacheüs geheten, die oppertollenaar was, en hij was rijk.

3. En hij trachtte te zien, wie Jezus was, en slaagde er niet in vanwege de schare, want hij was klein van gestalte.

4. En hij liep hard vooruit en klom in een wilde vijgeboom om Hem te zien, want Hij zou daarlangs komen.

5. En toen Jezus bij die plaats kwam, keek Hij naar boven en zeide tot hem: Zacheüs, kom vlug naar beneden, want heden moet Ik in uw huis vertoeven.

6. En hij kwam vlug naar beneden en ontving Hem met blijdschap.

7. En toen zij het zagen, morden zij allen en zeiden: Hij is bij een zondig man binnengegaan om zijn intrek te nemen.

8. Maar Zacheüs ging staan en zeide tot de Here: Zie, de helft van mijn bezit, Here, geef ik de armen, en indien ik iemand iets heb afgeperst, vergoed ik het viervoudig.

9. En Jezus zeide tot hem: Heden is aan dit huis redding geschonken, omdat ook deze een zoon van Abraham is.

10. Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden.

11. Toen zij daarnaar luisterden, sprak Hij nog een gelijkenis uit, omdat Hij dicht bij Jeruzalem was en zij meenden, dat het Koninkrijk Gods terstond openbaar zou worden.