NBG-vertaling 1951

Lucas 10:25-31 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

25. En zie, een wetgeleerde stond op om Hem te verzoeken en zeide: Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?

26. En Hij zeide tot hem: Wat staat in de wet geschreven? Hoe leest gij?

27. Hij antwoordde en zeide: Gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht en met geheel uw verstand, en uw naaste als uzelf.

28. En Hij zeide tot hem: Gij hebt juist geantwoord; doe dat en gij zult leven.

29. Maar hij wilde zich rechtvaardigen en zeide tot Jezus: En wie is mijn naaste?

30. Daarop hernam Jezus en zeide: Een zeker mens daalde af van Jeruzalem naar Jericho en viel in de handen van rovers, die hem niet alleen uitschudden, maar ook slagen gaven en weggingen, terwijl zij hem halfdood lieten liggen.

31. Bij geval daalde een priester af langs die weg; en deze zag hem, doch ging aan de overzijde voorbij.