NBG-vertaling 1951

Lucas 1:36-54 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

36. En zie, Elisabet, uw verwante, is eveneens zwanger van een zoon in haar ouderdom en dit is reeds de zesde maand voor haar, die onvruchtbaar heette.

37. Want geen woord, dat van God komt, zal krachteloos wezen.

38. En Maria zeide: Zie, de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord. En de engel ging van haar heen.

39. Maria dan maakte zich op in die dagen en reisde met spoed naar het bergland, naar een stad van Juda.

40. En zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabet.

41. En toen Elisabet de groet van Maria hoorde, geschiedde het, dat het kind opsprong in haar schoot, en Elisabet werd vervuld met de heilige Geest.

42. En zij riep uit met luider stem en sprak: Gezegend zijt gij onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot.

43. En waaraan heb ik dit te danken, dat de moeder mijns Heren tot mij komt?

44. Want zie, toen het geluid van uw groet in mijn oren klonk, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot.

45. En zalig is zij, die geloofd heeft, want wat vanwege de Here tot haar gezegd is, zal volbracht worden.

46. En Maria zeide:Mijn ziel maakt groot de Here,

47. en mijn geest heeft zich verblijd over God, mijn Heiland,

48. omdat Hij heeft omgezien naar de lage staat zijner dienstmaagd. Want zie, van nu aan zullen mij zalig prijzen alle geslachten,

49. omdat grote dingen aan mij gedaan heeft de Machtige. En heilig is zijn naam,

50. en zijn barmhartigheid van geslacht tot geslacht voor wie Hem vrezen.

51. Hij heeft een krachtig werk gedaan door zijn arm,en Hij heeft hoogmoedigen in de overlegging huns harten verstrooid;

52. Hij heeft machtigen van de troon gestort en eenvoudigen verhoogd,

53. hongerigen heeft Hij met goederen vervuld en rijken heeft Hij ledig weggezonden.

54. Hij heeft Zich Israël, zijn knecht, aangetrokken, om te gedenken aan barmhartigheid, –