NBG-vertaling 1951

Leviticus 20:6-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. En iemand, die zich tot de geesten van doden of tot waarzeggende geesten wendt, om die overspelig na te lopen – tegen zo iemand zal Ik mijn aangezicht keren en hem uit het midden van zijn volk uitroeien.

7. Heiligt u dan, en weest heilig, want Ik ben de Here, uw God.

8. Zo zult gij mijn inzettingen nauwgezet in acht nemen; Ik ben de Here, die u heilig.

9. Wanneer er iemand is, die zijn vader of zijn moeder vervloekt, die zal zeker ter dood gebracht worden; zijn vader of zijn moeder heeft hij vervloekt, zijn bloedschuld is op hem.