NBG-vertaling 1951

Leviticus 13:7-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. Maar indien de uitslag zich wel over de huid heeft uitgebreid, nadat hij zich aan de priester vertoond heeft om rein verklaard te worden, dan zal hij andermaal voor de priester verschijnen.

8. Wanneer de priester hem beziet en het blijkt, dat de uitslag zich over de huid heeft uitgebreid, dan zal de priester hem onrein verklaren; het is melaatsheid.

9. Wanneer de plaag der melaatsheid zich bij enig mens voordoet, dan zal hij tot de priester gebracht worden.

10. Wanneer de priester hem beziet en het blijkt, dat er op de huid een witte zwelling is, die het haar heeft wit gemaakt, of dat er wild vlees groeit in de zwelling,