NBG-vertaling 1951

Jozua 9:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Zodra al de koningen aan de westzijde van de Jordaan, op het Gebergte, in de Laagte en langs de ganse kust der Grote Zee tot tegenover de Libanon, de Hethieten, de Amorieten, de Kanaänieten, de Perizzieten, de Chiwwieten en de Jebusieten dit hoorden,

2. sloten zij zich aaneen om eendrachtig Jozua en Israël te bestrijden.

3. Maar toen de inwoners van Gibeon gehoord hadden, wat Jozua met Jericho en Ai gedaan had,

4. gingen ook zij met list te werk: zij begaven zich als afgezanten op weg, namen versleten zakken voor hun ezels en versleten wijnzakken, gescheurd en weer dichtgebonden,