NBG-vertaling 1951

Jozua 23:2-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. riep Jozua geheel Israël, zijn oudsten, zijn hoofden, zijn rechters en zijn opzieners samen en zeide tot hen: Ik ben oud en hoogbejaard geworden,

3. en zelf hebt gij gezien al wat de Here, uw God, al deze volken gedaan heeft, om uwentwil. Want de Here, uw God, heeft zelf voor u gestreden.

4. Ziet, ik heb deze volken, die overgebleven zijn, door het lot aan uw stammen als erfdeel toegewezen, van de Jordaan af, benevens al de volken die ik uitgeroeid heb tot aan de Grote Zee in het westen.

5. En de Here, uw God, zelf zal hen voor u uitjagen en hen voor u wegdrijven, en gij zult hun land in bezit nemen, zoals de Here, uw God, u heeft toegezegd.

6. Weest zeer standvastig in het onderhouden en volbrengen van alles wat geschreven staat in het wetboek van Mozes, opdat gij daarvan niet afwijkt naar rechts of links,

7. en u niet inlaat met deze volken, die nog bij u overgebleven zijn, de naam van hun goden niet belijdt of daarbij zweert, noch hen dient of u voor hen nederbuigt.

8. Maar de Here, uw God, zult gij aanhangen, zoals gij tot op deze dag gedaan hebt.

9. De Here toch heeft grote en machtige volken voor u uitgedreven, en wat u aangaat: niemand heeft voor u kunnen standhouden tot op deze dag.