NBG-vertaling 1951

Johannes 4:46-50 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

46. Hij kwam dan weder te Kana in Galilea, waar Hij het water tot wijn gemaakt had. En er was te Kafarnaüm een hoveling, wiens zoon ziek was.

47. Toen deze hoorde, dat Jezus uit Judea naar Galilea gekomen was, ging hij tot Hem en verzocht Hem te komen en zijn zoon te genezen; want deze lag op sterven.

48. Jezus zeide dan tot hem: Indien gijlieden geen tekenen en wonderen ziet, zult gij niet geloven.

49. De hoveling zeide tot Hem: Heer, kom af, eer mijn kind sterft.

50. Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw zoon leeft! De man geloofde het woord, dat Jezus tot hem sprak, en ging heen.