NBG-vertaling 1951

Johannes 4:40-50 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

40. Toen dan de Samaritanen tot Hem kwamen, verzochten zij Hem bij hen te blijven; en Hij bleef daar twee dagen.

41. En nog veel meer werden er gelovig om zijn woord,

42. en zij zeiden tot de vrouw: Wij geloven niet meer om wat gij zegt, want wij zelf hebben Hem gehoord en weten, dat deze waarlijk de Heiland der wereld is.

43. En na die twee dagen vertrok Hij vandaar naar Galilea,

44. want Jezus zelf had getuigd, dat een profeet in zijn vaderland niet in ere is.

45. Toen Hij dan in Galilea kwam, ontvingen de Galileeërs Hem, omdat zij gezien hadden, al wat Hij te Jeruzalem op het feest gedaan had, want zij waren ook zelf naar het feest geweest.

46. Hij kwam dan weder te Kana in Galilea, waar Hij het water tot wijn gemaakt had. En er was te Kafarnaüm een hoveling, wiens zoon ziek was.

47. Toen deze hoorde, dat Jezus uit Judea naar Galilea gekomen was, ging hij tot Hem en verzocht Hem te komen en zijn zoon te genezen; want deze lag op sterven.

48. Jezus zeide dan tot hem: Indien gijlieden geen tekenen en wonderen ziet, zult gij niet geloven.

49. De hoveling zeide tot Hem: Heer, kom af, eer mijn kind sterft.

50. Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw zoon leeft! De man geloofde het woord, dat Jezus tot hem sprak, en ging heen.