8. En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel;
9. van zonde, omdat zij in Mij niet geloven;
10. van gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet;
11. van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is.
12. Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen;
13. doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen.
14. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen.