49. Natanaël zeide tot Hem: Vanwaar kent Gij mij? Jezus antwoordde en zeide tot hem: Eer Filippus u riep, zag Ik u onder de vijgeboom.
50. Natanaël antwoordde Hem: Rabbi, Gij zijt de Zoon van God, Gij zijt de Koning van Israël!
51. Jezus antwoordde en zeide tot hem: Omdat Ik tot u gezegd heb: Ik zag u onder de vijgeboom, gelooft gij? Gij zult grotere dingen zien dan deze.
52. En Hij zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg ulieden, gij zult de hemel open zien en de engelen Gods opstijgen en nederdalen op de Zoon des mensen.