NBG-vertaling 1951

Johannes 1:11-17 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen.

12. Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven;

13. die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn.

14. Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.

15. Johannes heeft van Hem getuigd en heeft geroepen, zeggende: Deze was het, van wie ik zeide: Die na mij komt, is vóór mij geweest, want Hij was eer dan ik.

16. Immers uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen zelfs genade op genade;

17. want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.