NBG-vertaling 1951

Job 38:7-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. terwijl de morgensterren tezamen juichten,en al de zonen Gods jubelden?

8. Wie heeft de zee met deuren afgesloten,toen zij bruisend uit de moederschoot kwam? –

9. toen Ik wolken maakte tot haar kleeden duisternis tot haar windselen;