NBG-vertaling 1951

Job 32:8-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. Voorwaar, het is de geest in de stervelingenen de adem des Almachtigen, die hun inzicht geeft.

9. Niet de bejaarden hebben de wijsheid,en niet de ouden verstaan wat recht is.

10. Daarom zeg ik: Luister naar mij,ook ik zal mededelen, wat ik weet.

11. Zie, ik heb gewacht op uw woorden,opmerkzaam geluisterd naar uw inzichten,totdat gij het gesprokene zoudt hebben doorgrond.

12. Ik heb u mijn aandacht gewijd,maar zie, niemand weerlegde Job,niemand uwer beantwoordde zijn redeneringen.

13. Zegt nu niet: Wij hebben wijsheid aangetroffen;slechts God, geen mens kan hem uit het veld slaan.

14. Tegen mij heeft hij immers geen woord ingebracht,en met uw redeneringen zal ik hem niet antwoorden.