NBG-vertaling 1951

Job 32:4-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. Maar Elihu had gewacht Job aan te spreken, omdat zij ouder waren dan hij.

5. Doch toen Elihu zag, dat er in de mond der drie mannen geen antwoord meer was, ontbrandde zijn toorn.

6. En de Buziet Elihu, de zoon van Barakel, nam het woord en zeide:Ik ben nog jong en gij zijt hoogbejaard;daarom schroomde ik en vreesde u mede te delen, wat ik weet.

7. Ik dacht: Laat de ouderdom spreken,en de veelheid van jaren wijsheid verkondigen.