NBG-vertaling 1951

Job 27:13-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. Dit is van Godswege het deel van de goddeloze mens,het erfdeel van de geweldenaars,dat zij van de Almachtige ontvangen:

14. als zijn kinderen talrijk worden – het is voor het zwaard,en zijn spruiten worden niet met brood verzadigd;

15. wie van hem overblijven, worden door de pest ten grave gesleept,en hun weduwen wenen niet.

16. Al hoopt hij geld op als stofen verschaft zich kleding als leem –

17. hij verschaft zich die, maar de rechtvaardige bekleedt er zich mee,en de onschuldigen verdelen het geld.

18. Zijn huis bouwt hij als een mot,of een hut, zoals een wachter die maakt.

19. Rijk legt hij zich ter ruste, maar hij kan het niet weer doen,hij doet zijn ogen open en er is niets meer.