NBG-vertaling 1951

Job 13:5-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

5. Och, of gij geheel en al zweegt!Dat zou u tot wijsheid strekken.

6. Luistert toch naar mijn terechtwijzingen slaat acht op de verwijten mijner lippen.

7. Zult gij ten gunste van God onrecht sprekenen ten behoeve van Hem bedrog?

8. Wilt gij zijn partij kiezen,optreden als pleitbezorgers voor God?

9. Zal het goed zijn, als Hij u onderzoekt;kunt gij Hem bedriegen, zoals men een sterveling bedriegt?

10. Streng zal Hij u straffen,indien gij heimelijk partij kiest.

11. Zal zijn hoogheid u niet verschrikkenen de schrik voor Hem u niet overvallen?

12. Uw uitspraken zijn spreuken van as,uw schilden worden schilden van leem.

13. Hoort mij zwijgend aan, dan wil ik spreken,overkome mij wat wil!

14. Ik neem mijn vlees tussen mijn tandenen leg mijn leven in mijn hand.

15. Wil Hij mij doden, ik blijf op Hem hopen;ja, mijn wandel wil ik voor Hem rechtvaardigen.

16. Hij toch zal mij tot heil zijn,maar een godvergetene zal voor Hem niet verschijnen.