1. Mijn ziel heeft een afschuw van het leven,ik wil mijn klacht de vrije loop laten,spreken in de bitterheid mijner ziel.
2. Ik zal tot God zeggen: Veroordeel mij niet;laat mij weten, waarom Gij U tegen mij keert.
3. Brengt het U voordeel, dat Gij verdrukt,dat Gij verwerpt het gewrocht uwer handenen over de raad der goddelozen licht laat stralen?