NBG-vertaling 1951

Jesaja 47:1-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Daal af, en zet u neer in het stof, jonkvrouw, dochter van Babel. Zet u neer ter aarde, zonder zetel, dochter der Chaldeeën, want men zal u niet langer verwekelijkt en verwend noemen.

2. Neem de handmolen en maal meel, licht uw sluier op, neem de slip op, ontbloot de dij, doorwaad rivieren.

3. Uw schaamte worde ontbloot, uw schande ook gezien. Ik zal wraak nemen en niemand sparen.

4. De naam van onze Verlosser is de Here der heerscharen, de Heilige Israëls.

5. Zet u zwijgend neer en ga in de duisternis, gij dochter der Chaldeeën, want men zal u niet langer gebiedster der koninkrijken noemen.

6. Ik ben tegen mijn volk toornig geweest, Ik heb mijn erfdeel ontwijd en het in uw macht gegeven; gij hebt het geen barmhartigheid bewezen; op de grijsaard hebt gij ook uw juk zwaar doen drukken.