NBG-vertaling 1951

Jesaja 41:13-21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. Want Ik, de Here, uw God, grijp uw rechterhand vast; die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u.

14. Vrees niet, gij wormpje Jakob, gij volkje Israël! Ik ben het, die u help, luidt het woord des Heren, en uw Verlosser is de Heilige Israëls.

15. Zie, Ik stel u tot een scherpe, nieuwe dorsslede met dubbele sneden; gij zult bergen dorsen en verbrijzelen, en heuvelen zult gij tot kaf maken.

16. Gij zult ze wannen, en de wind zal ze opnemen en de storm zal ze verstrooien; maar gij zult juichen in de Here, u beroemen in de Heilige Israëls.

17. De ellendigen en de armen zoeken naar water, maar het is er niet, hun tong verdroogt van dorst; Ik, de Here, zal hen verhoren; Ik, de God van Israël, zal hen niet verlaten.

18. Ik zal op kale heuvels rivieren doen ontspringen en bronnen te midden der valleien; Ik zal de woestijn tot een waterplas maken en het dorre land tot waterbronnen.

19. Ik zal in de woestijn ceder, acacia, mirt en olijfwilg zetten; Ik zal in de wildernis cypres naast plataan en denneboom planten,

20. opdat men zie en tevens erkenne, bedenke en tevens begrijpe, dat de hand des Heren dit gedaan en de Heilige Israëls het geschapen heeft.

21. Brengt uw rechtsgeding voor, zegt de Here; voert uw bewijsgronden aan, zegt de Koning van Jakob.