NBG-vertaling 1951

Jesaja 21:2-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. Een dreigend gezicht is mij geopenbaard: een verrader, die verraderlijk handelt en een verwoester, die verwoest. Trek op, Elam! Sla het beleg, Medië! Alle zuchten doe Ik ophouden.

3. Daarom zijn mijn heupen een en al siddering, weeën grijpen mij aan als de weeën ener barende; ik krimp ineen bij het horen; ik ben verschrikt bij het zien.

4. Mijn hart bonst, schrik overvalt mij; dit maakt de schemering, die mij lief is, voor mij tot een verschrikking.

5. De tafel aanrichten, het tapijt spreiden, eten en drinken? – Op, gij vorsten, oliet het schild!

6. Want aldus heeft de Here tot mij gezegd: Ga heen, zet een wachter uit; laat hij melden wat hij ziet.

7. Ziet hij een stoet ruiters, twee aan twee, een troep ezels, een troep kamelen, laat hij dan goed acht geven met grote opmerkzaamheid.