NBG-vertaling 1951

Jeremia 9:14-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. maar gewandeld hebben naar de verstoktheid van hun hart, achter de Baäls aan, zoals hun vaderen hun hadden geleerd.

15. Daarom, zo zegt de Here der heerscharen, de God van Israël: Zie, Ik spijzig hen met alsem, Ik drenk hen met gifsap;

16. Ik verstrooi hen onder de volkeren die zij niet kennen, zij noch hun vaderen, Ik zend hun het zwaard achterna, totdat Ik aan hen een einde zal gemaakt hebben.