NBG-vertaling 1951

Jeremia 6:3-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. Tegen haar trekken op herders met hun kudden, zij slaan rondom tegen haar tenten op, zij weiden af, ieder zover hij reiken kan.

4. „Heiligt de oorlog tegen haar; komt aan, laat ons oprukken op de middag! Wee ons, want de dag verstrijkt, de avondschaduwen worden langer;

5. komt aan, laat ons dan oprukken in de nacht en laat ons haar paleizen verwoesten!”

6. Want zo zegt de Here der heerscharen: Velt haar geboomte en werpt tegen Jeruzalem een wal op; dit is de stad die een en al leugen is, in wier midden afpersing tiert.