NBG-vertaling 1951

Jeremia 49:26-31 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

26. Daarom zullen haar jonge mannen vallen op haar pleinen en al de krijgslieden te dien dage omkomen, luidt het woord van de Here der heerscharen,

27. en Ik zal een vuur aansteken binnen de muur van Damascus, dat de burchten van Benhadad zal verteren.

28. Over Kedar en over de koninkrijken van Hasor, die Nebukadressar, de koning van Babel, verslagen heeft.Zo zegt de Here: Op, rukt op tegen Kedar en verdelgt de stammen uit het Oosten!

29. Hun tenten en hun kleinvee neme men weg, hun tentdoeken en al hun have, en hun kamelen neme men voor zich mede en roepe over hen uit: Schrik van rondom!

30. Vlucht, vliedt ijlings, schuilt diep weg, inwoners van Hasor, luidt het woord des Heren, want Nebukadressar, de koning van Babel, heeft tegen u een aanslag gesmeed en een plan beraamd.

31. Op, rukt op tegen een volk zonder zorg, dat in gerustheid woont, luidt het woord des Heren, dat deuren noch grendel heeft, dat op zichzelf woont;