NBG-vertaling 1951

Jeremia 48:21-29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

21. Ja, een gericht is gekomen over het land van de vlakte, over Cholon, Jahas, Mefaät,

22. Dibon, Nebo, Bet-Diblataïm,

23. Kirjataïm, Bet-Gamul, Bet-Meon,

24. Keriot, Bosra en over al de steden van het land van Moab, die veraf en die dichtbij zijn.

25. Afgehouwen is de hoorn van Moab en zijn arm is gebroken, luidt het woord des Heren.

26. Maakt het dronken, omdat het zich tegen de Here heeft verheven, zodat Moab neertuimelt in zijn uitbraaksel en ook zelf ten spot wordt.

27. Of was voor u Israël niet het voorwerp van spot; is het onder dieven betrapt, dat gij, zo vaak gij erover spraakt, met het hoofd gingt schudden?

28. Verlaat de steden en gaat op de rots wonen, inwoners van Moab, en weest als de duif die nestelt aan de overzijde van de opening van de kuil.

29. Wij hebben van Moabs trots gehoord – zeer hoogmoedig is het! – van zijn hoogheid, zijn trots, zijn hoogmoed en zijn hooghartigheid.