NBG-vertaling 1951

Jeremia 48:16-26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

16. Moabs ondergang komt nabij en zijn rampspoed haast zich zeer.

17. Beklaagt het, allen die er rondom woont, en allen die zijn naam kent; zegt: Ach, hoe is de scepter der kracht, de staf der heerlijkheid, gebroken!

18. Daal af van uw ereplaats en zet u neer in het vuil, o inwoonster, dochter van Dibon, want de verwoester van Moab trekt tegen u op, hij vernielt uw vestingwerken.

19. Ga op de weg staan en zie uit, inwoonster van Aroër; ondervraag de vluchteling en de ontkomene, zeg: Wat is er geschied?

20. Te schande geworden is Moab, want het is terneergeslagen; jammert het uit en schreeuwt; boodschapt aan de Arnon, dat Moab verwoest is.

21. Ja, een gericht is gekomen over het land van de vlakte, over Cholon, Jahas, Mefaät,

22. Dibon, Nebo, Bet-Diblataïm,

23. Kirjataïm, Bet-Gamul, Bet-Meon,

24. Keriot, Bosra en over al de steden van het land van Moab, die veraf en die dichtbij zijn.

25. Afgehouwen is de hoorn van Moab en zijn arm is gebroken, luidt het woord des Heren.

26. Maakt het dronken, omdat het zich tegen de Here heeft verheven, zodat Moab neertuimelt in zijn uitbraaksel en ook zelf ten spot wordt.