NBG-vertaling 1951

Jeremia 44:27-30 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

27. Zie, Ik waak over hen ten kwade en niet ten goede, en alle Judeeërs die in het land Egypte zijn, zullen te gronde gaan door het zwaard en de honger, totdat zij vernietigd zijn.

28. En, aan het zwaard ontkomen, zullen weinigen in getal uit het land Egypte naar het land van Juda terugkeren; zo zal het gehele overblijfsel van Juda, dat naar het land Egypte kwam om daar te verblijven, weten, wiens woord standhoudt, het mijne of het hunne.

29. En dit zal u het teken zijn, luidt het woord des Heren, dat Ik aan u bezoeking doe in deze plaats, opdat gij weet, dat mijn woorden zeker zullen standhouden tegen u ten verderve:

30. Zo zegt de Here: zie, Ik geef Farao Chofra, de koning van Egypte, in de macht van zijn vijanden en van wie hem naar het leven staan, zoals Ik Sedekia, de koning van Juda, gegeven heb in de macht van Nebukadressar, de koning van Babel, zijn vijand, die hem ook naar het leven stond.