NBG-vertaling 1951

Jeremia 4:13-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. Zie, als een wolkenmassa komt hij opzetten; als een stormwind zijn zijn wagens, sneller dan arenden zijn paarden: wee ons, wij worden vernield!

14. Reinig uw hart van boosheid, Jeruzalem, opdat gij behouden wordt; hoelang zullen in uw binnenste uw zondige overleggingen verwijlen?

15. Want hoor, men boodschapt uit Dan en van het gebergte Efraïm meldt men onheil.

16. Bericht aan de volken, zie, meldt aan Jeruzalem: Belegeraars komen uit een ver land en heffen tegen de steden van Juda hun krijgskreet aan.

17. Als akkerhoeders omringen zij het van alle kanten, want het is tegen Mij wederspannig geweest, luidt het woord des Heren.

18. Uw handel en wandel heeft u dit berokkend, dat komt van uw boosheid; voorwaar, bitter is het, ja, het raakt u in het hart.

19. O mijn binnenste, mijn binnenste! Ik moet ineenkrimpen. O wanden mijns harten! Mijn hart jaagt in mij, ik kan niet zwijgen; want bazuingeschal hoor ik, strijdrumoer!

20. Slag na slag wordt gemeld, ja, het gehele land is verwoest; onverhoeds zijn mijn tenten verwoest, in een oogwenk mijn tentkleden.

21. Hoelang moet ik het signaal zien, het bazuingeschal horen?

22. Want onverstandig is mijn volk, Mij kennen zij niet; dwaze kinderen zijn het, en inzicht hebben zij niet; wijs zijn zij om kwaad te doen, maar van goed doen weten zij niet.